‘Hoeveel schermtijd is gezond? Kijk naar je cliënt!’

Schermtijd & balans

Hoe kan je je cliënt toch goed ondersteunen als je niet veel van digitale media weet? Volgens adviseur mediawijsheid en voormalig begeleider Hessel Rienstra ligt de oplossing in een goed gesprek, waarbij je vaak verrassend veel van elkaar kunt leren. Hij maakte daarvoor het spel Sociale Slimmeriken en legt uit waarom zo’n gesprek zo belangrijk is. 

 

“Als begeleider merkte ik dat steeds meer cliënten problemen ondervonden via social media”, vertelt Hessel Rienstra, voormalig begeleider en nu adviseur mediawijsheid en trainer van ervaringsdeskundigen in de regio Midden-Nederland. Rienstra noemt het voorbeeld van een meisje op zijn woongroep dat een internetvriend op bezoek kreeg, die verkeerde bedoelingen had – mogelijk een loverboy. “Ze had het niet juist ingeschat, en merkte pas op het moment zelf dat hij niet helemaal oké was. Ze stuurde hem met een smoes naar de auto en haalde snel de begeleiding erbij.”

Hessel Rienstra

Behoefte aan vrijheid

Hessel kent eindeloos veel voorbeelden uit zijn werkpraktijk. Denk aan cyberpesten of familieruzies die op social media uit de hand lopen. “Deze doelgroep vindt het toch al uitdagend om helder te formuleren of een ander te begrijpen. Online valt de non-verbale communicatie ook nog eens weg.” Zo ontstaan er snel misverstanden, ook binnen woongroepen. 

 

Maar het gesprek met cliënten over hoe je omgaat met de digitale wereld kwam maar moeilijk op gang. “Dat is op zich niet gek. Begeleiders hebben al een groot deel van hun leven in handen, of er inzicht in. Sommige cliënten voelen daarom online een stukje vrijheid en privacy dat ze soms liever voor zichzelf houden.” Begrijpelijk, maar niet altijd veilig, meent Rienstra. 

 

Handelingsverlegenheid

Begeleiders hebben soms de neiging de digitale wereld vooral als gevaarlijk te zien, bijvoorbeeld uit angst dat er iets mis zal gaan met hun cliënten. “Dit komt bijvoorbeeld voort uit handelingsverlegenheid – begeleiders die zelf niet op social media zitten, weten vaak niet hoe ze hun cliënt daarin kunnen begeleiden. Het resultaat is soms overbescherming.” 

 

Cliënten horen vaak: “Doe dat nou maar niet, pas nu eens op!” En dat is jammer, vindt Rienstra: “Er zijn zeker risico’s, maar de online wereld kan mensen met een beperking juist zoveel plezier en kansen bieden. Daarnaast mogen ze ook hun eigen fouten maken, en daar weer van leren.” Maar ook begeleiders die zelf wel op social media zitten, weten vaak niet hoe ze het gesprek kunnen aangaan. Of dát ze überhaupt erover in gesprek kunnen gaan.

 

Daarbij wordt de kennis en het inzicht van de cliënten volgens Rienstra vaak onderschat. “Ik krijg bijvoorbeeld als adviseur vaak de vraag van begeleiders hoeveel uren gamen nu eigenlijk gezond is. Dan zeg ik altijd: vraag het eens aan je cliënt! Naar aanleiding van zo’n vraag ontstaat er vaak een interessant gesprek, waarin cliënten veel inbreng hebben."

 

Open grondhouding

In een open gesprek met cliënten kom je vaak gezamenlijk tot een goed antwoord en leer je veel van elkaar. Rienstra ziet in de praktijk vaak trotse cliënten die met passie vertellen over hun digitale hobby’s. “Daarbij is het voor iedereen belangrijk om een open, niet-oordelende, nieuwsgierige grondhouding aan te nemen. Bijvoorbeeld als je weinig ervaring hebt met digitale media, maar ook als je er zelf vervelende ervaringen mee hebt.” 

 

Om zulke gesprekken op gang te brengen bedacht Rienstra het spel Sociale Slimmeriken. “Een simpel spel met kaartjes, waarbij je aan de hand van vragen praat over de keuzes die je op social media maakt.” Bijvoorbeeld: word je zomaar met iedereen vrienden op Facebook? Zet je de webcam weleens aan? Welke social media gebruik je? 

 

Gesprekstechnieken inzetten

De kaartjes helpen als gespreksstarter. Maar uiteindelijk is praten over de digitale wereld volgens Rienstra niet wezenlijk anders dan praten over andere onderwerpen. Gesprekstechnieken die je inzet bij het praten over thema’s als seksualiteit, drank of drugs kun je hierbij volgens hem ook gebruiken. “Je laat een thema als drugsgebruik ook niet liggen als je er weinig van weet. Dan bespreek je het met collega’s, je vraagt het aan je cliënt, of je zoekt het online op.” 

 

Focus op het individu

Dus hoeveel gamen is gezond? Rienstra: “Er is geen eenduidig antwoord. Het gaat veel meer over de context van het individu: hoe gaat het met de cliënt, beleeft hij er plezier aan, staat het zijn leven verder niet in de weg?” Te veel focussen op een specifiek resultaat, zoals op het aantal uren gamen, of op het feit dat de cliënt stipt om zes uur aan tafel zit voor het avondeten helpt daarbij niet. “Wat vinden we belangrijk? Alleen het resultaat? Of ook het proces, hoe we met elkaar omgaan?”